Je eigen zonnestelsel

Ik heb van mijn kamer een echte ruimtekamer gemaakt, waar je de zon en alle planeten aan het plafond terugvindt.

Ruimtekamer

Je eigen zonnestelsel maken is niet moeilijk. Dit heb je nodig:

• 9 piepschuim bollen
  Verkrijgbaar in verschillende formaten in bijvoorbeeld Ava, De Banier, of ook online. Zorg dat je verschillende diameters hebt, zodat je voldoende variatie kan brengen in je zonnestelsel.
• Verf
  Ik heb acrylverf uit de hobbywinkel gebruikt. Dat schildert handiger op piepschuim dan waterverf (plakkaatverf). Je neemt best matte verf, dat geeft het mooiste resultaat.
  • Grondkleur: Een neutraal lichtgrijs of beige.
  • Wit, zwart, en de hoofdkleuren rood, geel en blauw. Eventueel nog wat aardetinten of verschillende soorten rood en blauw om goed te kunnen mengen.
• Penselen
  Goedkope penselen van varkenshaar zijn prima voor geslaagde planeten. Het hangt er vanaf hoe fijn je wil werken.
• Spons
  Om textuur aan te brengen in de verf en de kleuren in elkaar te laten overlopen is een spons (die je in stukken knipt) erg handig.
• Paperclips
  Die gebruiken we als ‘haakje’ om de planeten op te hangen. Je kan ook speciaal daarvoor gemaakte haakjes kopen, maar dat is niet echt nodig.
• Punaises
  Om de planeten aan het plafond te bevestigen. Je neemt er best met een wit kopje, zodat je ze niet ziet op een wit plafond.
• Doorzichtige nylondraad
  Deze draad zie je bijna niet, wat wel leuk is om je planeten op te hangen. Je kan in principe ook gewoon touw of garen gebruiken, maar dan is het effect toch minder geslaagd. Nylondraad is te verkrijgen in hobbywinkels zoals Ava of De Banier.
• Satéstokjes + bokalen met zand
  Bollen schilderen is soms lastig, want ze rollen weg en je kan ze lastig vasthouden tijdens het schilderen. Om handig te kunnen werken en ze makkelijk te laten drogen, prik je ze op een stokje en zet je ze in een bokaal die met zand verzwaard is.
• Cocktailprikkers
  De gewone houten voldoen prima
• Karton
  Dik karton zoals je dat aan de achterkant van een blok tekenpapier vindt, is ideaal.
• Goede recente afbeeldingen van de zon en de planeten in het zonnestelsel
  Die heb je nodig bij het schilderen van de planeten. Vergeet niet dat het zonnestelsel maar acht planeten meer telt, sinds Pluto uit de club is gegooid. Je hebt best ook referentiemateriaal om de grootte van de planeten te kunnen vergelijken. Deze HTML5-demo voldoet prima, en je vindt overal op Internet goeie foto’s van alle planeten.

En zo ga je te werk

1. 

   De Aarde

   Prik de bollen op satéstokjes en zet ze allemaal in een grondlaag.Dat breekt het felle wit van het piepschuim. Je kan het satéstokje gebruiken om de bol te hanteren. Acrylverf droogt vrij snel, dus je hoeft niet zoveel geduld te hebben om aan de volgende stap te beginnen.

2. Bestudeer hoe elke planeet eruitziet en welke de grote en kleine planeten zijn. Neem voor de zon sowieso de grootste bol. Dan volgen Jupiter en Saturnus. De rest van de planeten is een pak kleiner. Echt in de juiste verhouding zal het wel nooit zijn.
3. Eens de grondkleur droog is, kan je met de afwerking beginnen. Je begint best te schilderen met een planeet die een vrij regelmatig oppervlak heeft, of met de zon (dat heb ik gedaan). Breng met borstel en spons de kleuren op de bol aan. Het is best mooi dat je de verf op de planeet zelf mengt, en dat je dus niet elke kleur apart laat drogen. Zeker met de spons kan je zo mooie overgangen krijgen, en je kan ook net zolang blijven bijwerken tot je tevreden bent. Let wel op dat je de verf in de potjes zuiver houdt. Gebruik dus een schaaltje of schoteltje waar je wat verf in doet om te schilderen.
4. Bij planeten met een wat meer gelaagd oppervlak, zoals de Aarde, kan je wel wat wachten tussen de lagen. Zo kan je land, zee en wolken beter van elkaar scheiden.
5. Laat de planeten rustig drogen op hun satéstokje in bokaaltjes gevuld met zand.
6. 

   Saturnus

   Voor de ringen van saturnus, knip je uit karton een ring die om de planeet past, zodat er nog wat ruimte tussen ring en planeet zit.

7. Vervolgens prik je vier cocktailprikkers op gelijke afstanden op de evenaar van Saturnus. Plak de kartonnen ring met plakband aan de cocktailprikkers zodat er overal ongeveer een gelijke afstand tussen de ring en de planeet is.
8. Schilder de ringen aan de boven-en onderkant, en laat het geheel goed drogen.
9. De liefhebbers van planeten met ringen kunnen ook nog een kartonnen ring voor Uranus maken, volgens hetzelfde principe.
10. Zo, nu kunnen we de zon en planeten gaan ophangen. Om een haakje te maken voor elke bol, plooi je een paperclip open zodat je een haak krijgt. Die haak steek je in het piepschuim, zodat ‘ie stevig vastzit.
11. Knip per planeet een stuk nylondraad van ongeveer een halve meter. Zorg voor voldoende variatie, zodat niet alle planeten even hoog komen te hangen.
12. Knoop het stuk nylondraad vast aan de paperclip in je planeet, en maak aan de andere kant een lusje.
13. Kies een plekje voor de zon. Best in het midden van de kamer. Bij mij hangt ze onder de lamp.
14. Prik een punaise door het lusje in het plafond, en je planeet hangt!
15. Hang elke planeet in de juiste volgorde, steeds verder van de zon af. Je kan daarbij dit ezelsbruggetje gebruiken: M(ercurius)aak V(enus)an A(arde)cht M(ars)eter J(upiter)apanse S(aturnus)tof U(uranus)w N(eptunus)achthemd. Ook hier kan je nooit de juiste afstand op schaal houden. Want in het echt liggen de planeten echt heel erg ver uit elkaar.

Je kan tegelijk of later ook nog wat extra dingen om je zonnestelsel nog leuker te maken:

• Knutsel UFO’s, raketten en ruimteschepen om tussen de planeten te hangen.
• Koop sterretjes die lichtgeven in het donker en hang ze tussen de planeten tegen het plafond.